Aftrek van hypotheekrente in Nederland voor een inwoner van België

Tot 2015 was dat onder voorwaarden mogelijk onder de fictieve binnenlandse belastingplicht, vanaf 2015 kennen we de regeling van de kwalificerende buitenlandse belastingplicht. Het heeft al de nodige jurisprudentie opgeleverd. Onlangs is daar een conclusie van Advocaat-Generaal Niessen aan toegevoegd. Deze komt er op neer dat er geen recht bestaat in Nederland op aftrek voor de Belgische eigen woning als fiscale voordelen in België gerealiseerd kunnen worden.

De belanghebbende in deze casus woont in 2001 met zijn partner in een woning in België, die eigendom is van zijn partner. Hij heeft een eenmanszaak in Nederland. Het heffingsrecht over de inkomsten uit deze onderneming is voor 90% toegerekend aan Nederland en voor 10% aan België. Beide hebben gekozen voor behandeling als binnenlands belastingplichtige. Het belastbare inkomen uit werk en woning van de partner is volledig aan België toegerekend. Belanghebbende verzoekt om aftrek ter voorkoming van dubbele belasting voor 10% van de in België belaste winst. De inspecteur verrekent dit deel van de winst met de negatieve inkomsten uit eigen woning, zodat effectief geen aftrek ter voorkoming van dubbele belasting wordt verleend. Belanghebbende is van mening dat hij op basis van de Schumacker-norm wel in aanmerking moet komen voor aftrek ter voorkoming van dubbele belasting, zodat de negatieve inkomsten uit eigen woning alsnog effectief in aftrek kunnen komen op zijn in Nederland belaste winst uit onderneming.

Eerder heeft Hof ’s-Hertogenbosch geoordeeld dat de Schumacker-norm moet worden betrokken op het gezamenlijke inkomen van belanghebbende en zijn partner. En dit inkomen is volgens het Hof ruimschoots voldoende voor het in aanmerking nemen van de persoonlijke gezinssituatie van belanghebbende in België. Dat België een minder ruimhartige regeling kent voor de fiscale vergelding van woonlasten, betekent volgens het Hof niet dat Nederland is gehouden dergelijke fiscale lasten te vergelden. Advocaat-generaal Niessen schaart zich achter deze uitspraak van het Hof. Volgens de Advocaat-generaal mag de negatieve opbrengst uit eigen woning in casu niet in de teller van de voorkomingsbreuk worden opgenomen als de Schumacker-exceptie van toepassing is. Dit leidt hij af uit het arrest De Groot. De aftrekverplichting voor de werkstaat geldt namelijk niet wanneer de betreffende niet-ingezetene niet nagenoeg zijn gehele gezinsinkomen in de werkstaat verwerft. De Advocaat-generaal is met het Hof van mening dat hier naar het gezinsinkomen moet worden gekeken. En als een gezin in het woonland een substantieel inkomen verwerft, kan het woonland de persoonlijke en gezinssituatie fiscaal in aanmerking nemen. Of het woonland dit daadwerkelijk doet, is vervolgens een zaak van de wetgever van het woonland. Indien België dat als woonland niet doet, schept dit echter geen verplichting voor Nederland als werkland. Omdat het gezinsinkomen in de voorliggende zaak niet nagenoeg geheel in Nederland wordt belast, is Nederland als werkland dus niet door het EU-recht verplicht de aftrek eigen woning toe te staan. De Advocaat-generaal meent dat de Schumacker-jurisprudentie in de situatie van belanghebbende Nederland niet verplicht de aftrek van de negatieve inkomsten uit de eigen woning toe te staan.

Bron: Advocaat-Generaal Niessen, 16 april 2019.

Kennismaken?

Deze website is slechts als kennismaking bedoeld en zet u hopelijk op het spoor van Hoffmann Fiscaal Advies. Gunther Hoffmann kijkt uit naar een kennismakingsgesprek met u om te kijken wat hij voor u kan betekenen. U kunt bellen voor een afspraak of een e-mail sturen (zie contact ) zodat hij contact met u op kan nemen.